Tips bij freezing

Freezing freezen parkinson

Wat is freezing (bevriezen):
Freezing is het plotseling ‘bevriezen’ tijdens het bewegen. Het kan voorkomen bij alle dagelijkse handelingen. Freezing komt het meest voor tijdens het lopen, maar het kan zich ook uiten in problemen om uit een stoel op te staan. Het kan ook optreden tijdens vingerbewegingen (bijvoorbeeld schrijven, snijden, knoopjes sluiten, tanden poetsen) of zelfs tijdens de spraak (hakkelende, stotterende spraak) of het slikken. Ook komt mentale bevriezing voor, zoals bij een psychologische test.
Bij freezing van het looppatroon heeft de patiënt het gevoel aan de grond genageld te staan gedurende enkele seconden tot enkele minuten. Freezing kan zich ook uiten als schuifelend lopen, met korte passen of trillende benen.

Wanneer is er een verhoogd risico op freezing tijdens lopen:
• fase waarin de medicatie (bijna) uitgewerkt is
• bij het starten met lopen, bij het opstaan
• draaien op de plaats (vooral 180°), om een stoel lopen
• van het ene type oppervlak overgaan op een ander type (bijv. van tegel naar tapijt)
• lopen door een nauwe doorgang (zoals een deuropening, in een lift stappen)
• uitvoeren van dubbeltaken (zoals praten tijdens het lopen)
• bereiken van een doel, zoals een stoel of een open ruimte
• bij het verminderen van loopsnelheid of bij het stoppen met lopen
• lopen in het donker
• drukke omgeving, bijv. supermarkt
• verhoogd angstgevoel bij stressvolle situaties, zoals tijdens het oversteken van een drukke straat, lopen door een draaideur

Voorkomen van freezing door het maken van een slingerbeweging.

Onze beweging tijdens het lopen kun je vergelijken met een metronoom. Dit is een uurwerk met een omgekeerde slinger die van links naar rechts gaat. Deze slinger beweegt in een regelmatig tempo heen en weer. Het draaipunt bevindt zich onderaan. Bij de mens bevindt het draaipunt zich bij de voeten.

slinger en omgekeerde slinger als uitleg voor het ontstaan van freezing
Een klok heeft het draaipunt bovenaan; bij de mens is het draaipunt onderaan, net als bij een metronoom.
slingeruurwerk als uitleg voor het ontstaan van freezing
metronoom als uitleg voor het ontstaan van freezing

Een bekende vorm van een slinger is het slingeruurwerk.
De opwindveer van de klok moet de energie leveren voor het uurwerk. Daarvoor moet de veer in de klok worden opgewonden. Uw lichamelijke conditie/ uithoudingsvermogen kunt u hiermee vergelijken: u zorgt met een goede conditie als het ware voor een betere opwindveer. Voor het “opwinden van de veer” bij de ziekte van Parkinson helpt medicatie.
Bij een klok weten we dat de slinger niet vanzelf in beweging komt. Zo is het ook bij de mens: de beweging naar links en rechts moet in gang gezet worden.
Er moet wel een mogelijkheid zijn dat er een slingerbeweging gemaakt wordt.
Als u met de voeten tegen elkaar staat, kunt u uw lichaamsgewicht niet van links naar rechts verplaatsen. De slingerbeweging kan niet in gang gezet worden. Daardoor kunt u geen voet optillen. U staat vastgeplakt. Dit heet: freezen.

Schommelen = gewicht verplaatsen van links naar rechts ter voorkoming van freezing
Bij het lopen verplaatst het lichaamsgewicht zich van links naar rechts: u staat afwisselend op de linker- en de rechtervoet. De voeten komen zo afwisselend los van de grond. De gemiddelde spoorbreedte (afstand tussen de beide voeten) bij een man is 8 centimeter.

Hoe brengt u de slinger tot stilstand – waarom ontstaat freezing?

Een klok kun je stilzetten door de slingerbeweging tegen te houden. Een persoon met parkinson (ook met voldoende medicatie) kan op een vergelijkbare manier tot stilstand komen.
De slingerbeweging naar links en rechts kan verkleind worden (of tot stilstand komen) omdat iemand door een nauwe ruimte loopt. Voorbeelden: tussen meubels door lopen of door een deuropening gaan.

Freezing bij deuropening
Deuropening kan leiden tot freezen.
Voorkomen van freezing door zijwaarts lopen
Tip: zijwaarts lopen kan de slingerbeweging in gang houden.

Je kunt ook de slingerbeweging op een andere manier verstoren. Dit kan bijvoorbeeld als bij een klok de klepel naar voren of naar achteren geduwd wordt in plaats van naar links en rechts. Iemand met parkinson die te ver vooroverbuigt brengt op deze manier de slingerbeweging van links naar rechts tot stilstand: er komt veel druk op de voorvoeten – deze worden op de grond geduwd.

Voorover gebogen houding leidt tot freezing
Bij een voorover gebogen houding spannen de kuitspieren aan om te zorgen dat u niet voorover valt. Daardoor worden de voorvoeten op de grond gedrukt.
Groter valrisico als de handen in de zakken gehouden worden
Als u rechtop staat kan de slingerbeweging geremd worden door de handen in de zakken te houden. Het valrisico wordt hierdoor veel groter.

Hoe komt u weer in beweging bij freezing tijdens lopen?

  1. STOP: Ga niet vechten tegen het freezen door nog beter uw best te doen om in beweging te komen. De hersenactiviteit die voor verkeerde spieraansturing zorgt moet eerst tot rust gebracht worden.Vergelijk: als een auto in zijn achteruit staat kan hij alleen via “vrij” weer in vooruit gezet worden.
  2. STREK : Ga rechtop staan. Als u voorovergebogen staat worden de voorvoeten op de grond gedrukt door de aangespannen kuitspieren – een gebogen houding leidt vaak tot freezen!
  3. SCHUD: Blijf kalm, haal diep adem en laat de spierspanning los in die gebieden waar spanning is (meestal de armen en de nek) en schud de armen los.
  4. SCHOMMEL: Verplaats uw gewicht van linker- naar rechtervoet, of – op de stoel – van achter naar voren en terug. Blijf rechtop.
  5. STAP naar voren met een grote stap waarbij de hiel het eerst de grond raakt. Op de stoel: maak een grote beweging met het hoofd en de armen naar voren. U kunt hierbij hardop tot 3 tellen; zet de beweging in bij 3.
Freezing bij draaien

De slingerbeweging komt ook gedwongen tot stilstand als het bovenlichaam ten opzichte van het onderlichaam gedraaid staat. U draait u om (bijvoorbeeld met de rollator) terwijl uw voeten op de plaats blijven staan.
Draaien op de plaats leidt ook vaak tot het stilzetten van de slingerbeweging van het lichaam, zodat de voeten “vast” komen te staan. Dit begint al met het te dicht bij elkaar staan van de voeten: het lichaamsgewicht kan niet van links naar rechts bewogen worden.
In plaats van draaien op de plaats kunt u beter met een grotere boog lopen om freezing te voorkomen. Mocht dit niet kunnen vanwege de plek waar u staat, of u gaat freezen: tips:

  1. Stop en ga rechtop staan.
  2. Kijk recht naar voren.
  3. Draai de rechter voet een kwartslag opzij (in de richting van 3 uur op de klok), doe dit bewust: de voorvoet moet de richting bepalen!
  4. Plaats de linker voet op enige afstand van de rechter in dezelfde richting (dus niet dicht bij elkaar).
  5. Herhaal de beweging met de beide voeten: rechter voet een kwartslag draaien, linker voet op enige afstand erbij plaatsen. Na 2 keer bent u gedraaid en kijkt u in de tegenovergestelde richting als eerst.

U kunt dit ook als oefening doen: in 4 stappen een volledige draai maken. Hierdoor krijgt u de draai onder controle en zult u een volgende keer minder snel bang worden om vast te komen staan. De oefening kost weinig tijd en kan gedaan worden als u toch even moet wachten (bijvoorbeeld: wachten tot het water kookt, wachten tot het journaal begint, wachten tot de hond zijn behoefte doet).

Draaien om freezen te voorkomen

Freezing door mentale omstandigheden
Raderwerk hersenen parkinson
Voorkomen van loopproblemen bij parkinson
Klik op de figuur voor meer tips om loopproblemen te voorkomen.

Door het raderwerk in een klok te blokkeren gaat de slinger stilstaan. Bij ons kan het “raderwerk” in de hersenen ook geblokkeerd worden door verschillende oorzaken:

  • bij het uitvoeren van dubbeltaken, zoals praten tijdens het lopen. Tip: stop met praten en concentreer u op het lopen.
  • bij een verhoogd angstgevoel bij stressvolle situaties, zoals tijdens het oversteken van een drukke straat, het lopen door een draaideur en bij andere situaties die in het verleden al eens tot freezing hebben geleid.
    Tip: oefen het lopen in deze situaties met een ParkinsonNet therapeut zodat u dit onder de knie krijgt. U krijgt zo een positieve bewegingservaring, waardoor de kans op een verhoogd angstgevoel de volgende keer minder is.
  • pijnklachten kunnen zorgen voor een verslechtering van het looppatroon. Ouderen met veel pijn lopen veel meer kans (nl. 40-60% meer) op een val met letsel. Bij chronische pijn bent u fysiek minder goed in staat om snel en adequaat te reageren op een eventuele balansverstoring. Zijn er pijnklachten in de knie, de heup of de rug, dan gaan we houteriger lopen en maken een minder goede slingerbeweging. Bij een parkinsonpatiënt kan dat aanleiding zijn tot freezen.
    Tip: zorg voor goede pijnbestrijding (medicatie, fysiotherapie)
  • lopen in een drukke omgeving, zoals een supermarkt, waardoor er veel prikkels tegelijkertijd verwerkt moeten worden.
    Tip: oefen het lopen in deze situaties met een ParkinsonNet therapeut, leer het concentreren op uw taak.
      Invloed van vermoeidheid

      Na een ‘lange’ wandeling merken parkinsonpatiënten dat zij meer voorover gebogen gaan lopen, kleinere passen gaan maken en meer neiging hebben tot freezen.
      Tip: stop, strek u uit, maak u zo lang mogelijk en kijk recht naar voren. Door de gestrekte houding kunt u makkelijker grotere passen maken en de slingerbeweging in gang houden. Mensen vertellen vaak dat zij geen kracht meer hebben om het been naar voren te zetten. Dit is een misvatting!
      Uit onderzoek blijkt dat het zwaaibeen naar voren wordt gebracht tijdens de zwaaifase zonder activiteit in de buigspieren rond het heupgewricht. Sterke banden aan de voorkant van het heupgewricht van het standbeen worden gerekt, waardoor elastische energie wordt opgeslagen, die later vrijkomt waardoor het been naar voren gaat in de zwaaifase. Dit is een belangrijk energiebesparend kenmerk van het lopen. Een grotere paslengte zorgt voor een grotere rek en daardoor voor een hoger rendement. U wordt minder gauw moe!

      De beweegrichtlijn voor volwassenen en ouderen:

      • Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
      • Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
      • Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.
      • En: voorkom veel stilzitten.

      Bronnen: